zijn dagen slijten


zijn dagen slijten 1.0

de dagen van zijn leven doorbrengen; zijn tijd doorbrengen
Met de bijgedachte aan eentonigheid of inactieviteit.

Algemene voorbeelden


De kans bestond dat ik de rest van mijn dagen met krukken zou moeten slijten.

De Standaard,

Met hem sleet ik mijn dagen.

Verzameld proza, Jotie T'Hooft,